Intens bezoek aan Cambodja

3 januari 2014 - Anlong Veng, Cambodja

Over een kleine grensovergang gaan we Cambodja binnen en komen direct in een klein stadje uit. Soms zit er een duidelijk verschil tussen buurlanden zodat je een andere wereld instapt. Ook hier is dat het geval. Het verschil in rijkdom is meteen te merken aan de weg en de voertuigen die erop rijden. We stoppen in het stadje om wat te eten en zijn dan wel weer erg verrast dat het eenvoudige restaurant wifi heeft. De eigenaar is een aardige man die ons van nuttige informatie over het land voorziet. We slapen niet graag in een stad dus na de lunch gaan we op pad om een rustig plekje voor de nacht te vinden. We komen op een onverharde weg, de enige weg in Zuid Cambodja. Het zand is rood en voor even wanen we ons weer in Afrika. Dit gebied is vrijwel onbewoond en aan beiden kanten van de weg is het groen. Normaal zouden we hier vele slaapplekjes moeten kunnen vinden. Het land ligt echter nog vol met mijnen en overal klinken waarschuwingen door dat je nooit ergens moet lopen of rijden waar het niet zichtbaar belopen of bereden is. We zijn niet van plan om hier risico’s in te lopen. Het landschap in deze hoek van Cambodja is prachtig maar een plekje om te kamperen erg moeilijk. Uiteindelijk vinden we vlak voor het donker word een inham naast te weg met een afscheiding van wat bomen. Er komt haast geen verkeer over de weg zodat we een rustige nacht verwachten. Rond half 3 s’nachts stopt er een auto naast ons en word er op de deur geklopt. Het is politie die wil weten wat wij daar doen. Hij legt uit dat we toeristen zijn en de auto ons huis is. De agenten vinden het zichtbaar vreemd dat we op deze plek overnachten en proberen ons over te halen om alsnog naar de stad te gaan omdat het volgens hen gevaarlijks is. We krijgen niet duidelijk wat er dan zo gevaarlijk is en geven aan dat we liever de rest van de nacht op dezelfde plek willen blijven. De agenten wensen ons goede nacht en vertrekken weer.

We rijden nog een dag door het afegelegen gebied heen en zien weinig mensen. Van andere reizigers hadden we gehoord dat we een natuurpark in kunnen en we zien het park ook op de kaart. Nergens iss een afslag te bekennen zodat we aan het eind van de dag aan de kust uitkomen. Daar is het wel erg druk, met Cambodjanen maar vooral ook met toeristen. Het ene strandtentje na het andere met allemaal dezelfde meubels en hetzelfde menu. Met name jonge jongens lopen op het strand en proberen enthousiast klanten het restaurant in te praten. We zijn een tikkeltje overdonderd want deze massa toerisme hadden we hier niet verwacht. Tussen twee drukbezochte stranden in is er nog een braakliggend terrein aan het water waar we met Wobbel kunnen kamperen. Het water is werkelijk kraakhelder en de dagelijkse dip voor het ontbijt wordt weer ingevoerd. ’S Avonds lopen we regelmatig naar de restaurantjes en barretjes toe. Alle terassen hebben enorme luie stoelen waar je diep in wegzakt. Lekker om in uit te rusten, voor het eten toch wat onhandig. Sinds lange tijd zien we weer heel veel jonge verkoop(ster)s van ongeveer 10 jaar die langs komen met vuurwerk, armbandjes etc. Een klein jongetje blijft aan ons tafeltje staan en gebaart om het halfvolle flesje frisdrank op onze tafel. Dit herhaalt zich een paar keer. Geen van alle vragen de kinderen om geld. Later komen we er achter dat de flesjes en blikjes hier geld op leveren dus we weten niet zeker of de vraag voortkomt uit enorme dorst of vanwege het statiegeld. Op zich is het strand mooi maar beiden hebben we vrij snel genoeg van deze plek. We zijn nieuwsgierig naar de Cambodjanen maar hier spreken ze alleen standaard verkoopzinnetjes Engels. De dag voordat we willen vertrekken blijkt dat het Franse reisgezin, dat we al twee jaar kennen, onderweg is naar deze plek zodat we toch wat langer blijven. Nog een dag later komt er nog een Frans gezin met een echte luxe campervan bij ons staan. Een paar dagen wisselen we allerlei informatie uit en kletsen we gezellig bij. Dan voelen we toch de drang om Cambodja te verkennen en nemen we afscheid. Die dag rijden we niet ver want ongeveer 30 kilometer verder is er een bezienswaardigheid bovenop een berg. Het moet een heel oud pompeus hotel zijn wat verlaten en vervallen is. Op foto’s ziet het er erg mystrieus uit. Eemaal boven aangekomen blijkt het hotel compleet gerestaureerd te zijn. Het ziet er nu uit alsof het zo weer in gebruik genomen zal worden. De rit is zeker wel de moeite waard want op de berg vinden we een mooi plekje om te kamperen. Het is er ’s avonds als de zon ondergaat wel erg koud zodat ook het dekbed weer de kast uitkomt. Daarna bezoeken we nog een paar toeristische plekjes in de buurt van de kust en eten heerlijke vis. Tussen de steden door leven de mensen allemaal in houten huisjes op palen en zien we veel mensen op het land werken. De stadjes zijn minder luxe als in Thailand en in de winkels is veel minder te krijgen. Ze hebben hier wel overal stokbrood wat een kadootje is na een lange periode van klef toostbrood. Er spreken weinig mensen Engels of Frans zodat de communicatie soms wat verwarrend is. De Cambodjanen die wel goed Engels spreken vinden het meestal wel leuk om een uitgebreid gesprek te hebben en daar genieten wij dan ook van. De Genocide van 37 jaar geleden drukt nog duidelijk een stempel op dit land. Er lijkt haast een hele generatie te missen want we zijn vooral veel jonge mensen hier en weinig 40 plussers. Door alle landmijnen zien we ook dagelijks wel een paar mensen die één of meerdere ledematen missen. Toch wordt er ook vooral veel gelachen om ons heen...

Over een kleine grensovergang gaan we Cambodja binnen en komen direct in een klein stadje uit. Soms zit er een duidelijk verschil tussen buurlanden zodat je een andere wereld instapt. Ook hier is dat het geval. Het verschil in rijkdom is meteen te merken aan de weg en de voertuigen die erop rijden. We stoppen in het stadje om wat te eten en zijn dan wel weer erg verrast dat het eenvoudige restaurant wifi heeft. De eigenaar is een aardige man die ons van nuttige informatie over het land voorziet. We slapen niet graag in een stad dus na de lunch gaan we op pad om een rustig plekje voor de nacht te vinden. We komen op een onverharde weg, de enige weg in Zuid Cambodja. Het zand is rood en voor even wanen we ons weer in Afrika. Dit gebied is vrijwel onbewoond en aan beiden kanten van de weg is het groen. Normaal zouden we hier vele slaapplekjes moeten kunnen vinden. Het land ligt echter nog vol met mijnen en overal klinken waarschuwingen door dat je nooit ergens moet lopen of rijden waar het niet zichtbaar belopen of bereden is. We zijn niet van plan om hier risico’s in te lopen. Het landschap in deze hoek van Cambodja is prachtig maar een plekje om te kamperen erg moeilijk. Uiteindelijk vinden we vlak voor het donker word een inham naast te weg met een afscheiding van wat bomen. Er komt haast geen verkeer over de weg zodat we een rustige nacht verwachten. Rond half 3 s’nachts stopt er een auto naast ons en word er op de deur geklopt. Het is politie die wil weten wat wij daar doen. Hij legt uit dat we toeristen zijn en de auto ons huis is. De agenten vinden het zichtbaar vreemd dat we op deze plek overnachten en proberen ons over te halen om alsnog naar de stad te gaan omdat het volgens hen gevaarlijks is. We krijgen niet duidelijk wat er dan zo gevaarlijk is en geven aan dat we liever de rest van de nacht op dezelfde plek willen blijven. De agenten wensen ons goede nacht en vertrekken weer.

We rijden nog een dag door het afegelegen gebied heen en zien weinig mensen. Van andere reizigers hadden we gehoord dat we een natuurpark in kunnen en we zien het park ook op de kaart. Nergens iss een afslag te bekennen zodat we aan het eind van de dag aan de kust uitkomen. Daar is het wel erg druk, met Cambodjanen maar vooral ook met toeristen. Het ene strandtentje na het andere met allemaal dezelfde meubels en hetzelfde menu. Met name jonge jongens lopen op het strand en proberen enthousiast klanten het restaurant in te praten. We zijn een tikkeltje overdonderd want deze massa toerisme hadden we hier niet verwacht. Tussen twee drukbezochte stranden in is er nog een braakliggend terrein aan het water waar we met Wobbel kunnen kamperen. Het water is werkelijk kraakhelder en de dagelijkse dip voor het ontbijt wordt weer ingevoerd. ’S Avonds lopen we regelmatig naar de restaurantjes en barretjes toe. Alle terassen hebben enorme luie stoelen waar je diep in wegzakt. Lekker om in uit te rusten, voor het eten toch wat onhandig. Sinds lange tijd zien we weer heel veel jonge verkoop(ster)s van ongeveer 10 jaar die langs komen met vuurwerk, armbandjes etc. Een klein jongetje blijft aan ons tafeltje staan en gebaart om het halfvolle flesje frisdrank op onze tafel. Dit herhaalt zich een paar keer. Geen van alle vragen de kinderen om geld. Later komen we er achter dat de flesjes en blikjes hier geld op leveren dus we weten niet zeker of de vraag voortkomt uit enorme dorst of vanwege het statiegeld. Op zich is het strand mooi maar beiden hebben we vrij snel genoeg van deze plek. We zijn nieuwsgierig naar de Cambodjanen maar hier spreken ze alleen standaard verkoopzinnetjes Engels. De dag voordat we willen vertrekken blijkt dat het Franse reisgezin, dat we al twee jaar kennen, onderweg is naar deze plek zodat we toch wat langer blijven. Nog een dag later komt er nog een Frans gezin met een echte luxe campervan bij ons staan. Een paar dagen wisselen we allerlei informatie uit en kletsen we gezellig bij. Dan voelen we toch de drang om Cambodja te verkennen en nemen we afscheid. Die dag rijden we niet ver want ongeveer 30 kilometer verder is er een bezienswaardigheid bovenop een berg. Het moet een heel oud pompeus hotel zijn wat verlaten en vervallen is. Op foto’s ziet het er erg mystrieus uit. Eemaal boven aangekomen blijkt het hotel compleet gestaureerd te zijn. Het ziet er nu uit alsof het zo weer in gebruik genomen zal worden. De rit is zeker wel de moeite waard want op de berg vinden we een mooi plekje om te kamperen. Het is er ’s avonds als de zon ondergaat wel erg koud zodat ook het dekbed weer de kast uitkomt. Daarna bezoeken we nog een paar toeristische plekjes in de buurt van de kust en eten heerlijke vis. Tussen de steden door leven de mensen allemaal in houten huisjes op palen en zien we veel mensen op het land werken. De stadjes zijn minder luxe als in Thailand en in de winkels is veel minder te krijgen. Ze hebben hier wel overal stokbrood wat een kadootje is na een lange periode van klef toostbrood. Er spreken weinig mensen Engels of Frans zodat de communicatie soms wat verwarrend is. De Cambodjanen die wel goed Engels spreken vinden het meestal wel leuk om een uitgebreid gesprek te hebben en daar genieten wij dan ook van. De Genocide van 37 jaar geleden drukt nog duidelijk een stempel op dit land. Er lijkt haast een hele generatie te missen want we zijn vooral veel jonge mensen hier en weinig 40 plussers. Door de vele landmijnen zien we ook dagelijks wel een paar mensen die één of meerdere ledematen missen. Toch wordt er ook vooral veel gelachen om ons heen...

In de hoofdstad Phnom Penn ontmoeten we opnieuw Olivia en Olivier en hun twee honden. Het is een vrij drukke parkeerplaats waar we staan zodat de nachten wat onrustig zijn. We bezoeken de S21 gevangenis waar onder leiding van Pol Pot veel mensen gevangen zaten en dit niet overleefd hebben. Er zijn 7 overlevenden die informatie hebben gegeven over de gang van zaken tussen 1975 en 1969. Het is een intensief bezoek wat veel indruk maakt. De cellen zijn er nog en de martelwerktuigen zijn tentoongesteld. Er hangen duizenden foto's van ex gevangen die van alle leeftijden zijn. Het leger bestond ook met name uit jongeren van rond de 17 jaar die de keus hadden tussen gevangen bewaken en martelen of zelf gevangene worden. De gescheidenis kenden we allang maar hier zo rond lopen en de sfeer proeven en ruiken hakt erin. Onvoorstelbaar dat mensen dit met elkaar kunnen doen.

Phnom Penn is een hectische stad met veel verkeer en veel smog. We hebben een paar gezellige avonden met Olivia en Olivier. Een van de avonden gaan we naar het casino en leert hij Olivier black jacken. Deze heeft beginners geluk en gaat met 100 dollar naar huis. Wij hebben een leuke avond die niets gekost heeft. Niet ver bij de stad vandaan gaan we naar de 'Killing fields', wat zo mogelijk nog indrukwekkender is dan de gevangenis. Het zijn geen plezier uitjes maar als we door zo'n land reizen willen we toch meer van de historie weten. En de manier waarop het opgezet is geeft op diverse manieren stof tot nadenken die niet alleen negatief is. Op deze plek zijn er veel massagraven gevonden. Begeleid door een koptelefoon waardoor in het Nederlands de gescheidenis vertelt wordt lopen we erdoor heen. De mensen werden hier naartoe gebracht met de gedachte dat ze aan het werk gezet werden. In werkelijkheid werden ze 10 minuten na aankomst afgeslacht. De manier waarop is te gruwelijk om hier op te schrijven...

In het midden van het terrein staat een grote pegaoda ter nagedachtenis van de overledenen. Dit monument ligt helemaal vol met schedels en beenderen verdeelt over verschillende schappen. Het komt op ons wel vreemd over dat daartussen op één schap een stofzuiger ligt. En een souvenirwinkel vinden we ook een beetje misplaatst bij zo'n plek.

In een wat gelaten stemming rijden we meer richting noorden. In de reisgids staan positieven verhalen over een stadje halverwege de weg naar de beroemde tempel 'Ankor Wat. In dit stadje voinden we een plekje bij een oud treinstation om te overnachten. Daar tegenover is een klein lokaal winkeltje waarvan de eigenaar ons zegt voor zijn deur te parkeren. De vriendelijke man spreekt nauwelijks Engels maar het wordt ons snel helder dat er over ons gewaakt zal worden die nacht. In stadje Battambang zijn we zo uitgekeken, we kunnen het leuks eraan niet ontdekken. Behalve dan een restaurantje waar we begroet worden door minstens 7 heel enthousiaste serveersters en ze heerlijke pizza hebben. Ons visum is bijna verlopen en het is kiezen, of verlengen of heel erg opschieten en dan met kerstmis weer een grens over. Nu zijn we vlakbij de grens van Thailand en aangezien het visum daar gratis is lijkt het makkelijk om even in en uit het land te gaan voor een nieuw visum. Er uit gaat ook erg soepel. We gaan gelijk maar even naar de grote supermarkt om verse melk te kopen en blijven één nacht in Thailand. We denken de grens van Thailand ook al weer soepel over te zijn met stempels in ons paspoort en ons carnet als we weer gestopt worden door een Thaise beambte. Ze willen een document hebben voor de auto maar dit hebben we niet. Zij loopt terug naar de duoane om te vragen of deze haar kunnen helpen. Een man in uniform hoort het verhaal aan en begint heel hard te lachen. “Jullie zijn toeristen, dat hebben jullie helemaal niet nodig'. Dat hadden we zelf ook al duidelijk proberen te maken bij het andere loket maar daar werd geen genoegen mee genomen. De doaune geeft haar een kopie van een ander document mee en ze loopt weer terug. Daar staat hij druk in gesprek met een dame aan het loket. De dame blijft nogal een tijdje moeilijk doen over dat papier wat we niet nodig hebben. Ondertussen komt van de andere kant de grote truck van Olivier en Olivia aanrijden. Even elkaar gedag zeggen op de grens en daarna weer allebei de andere kant op. Voor hen heeft dat waarschijnlijk nog lang geduurd want ook het Franse stel had volgens de dame aan het loket niet alle papieren compleet. Er word nog even een kopie gemaakt van ons carnet en paspoort en dan mogen we na ruim een uur discusseren toch de grens over. In Cambodja krijgen we heel snel een nieuw visum. Het is al bijna donker en eenmaal uit de stad zien we een heel groot terein met enkele bussen erop geparkeerd. Ideale plek voor de nacht. Nadat we Wobbel geparkeerd hebben kom er een man ons begroeten. Jehem woont in een kleine kamer op dit vrijwel verlaten busstation samen met een paar andere mensen. We worden direct uitgenodigd voor een echte Cambodjaanse maaltijd. Een jongen gaat weg met een hengel en komt terug met een emmer vol met vissen. Zij ziet er echter ook een kikker uitspringen die meteen snel wordt gevangen en terug in de emmer gestopt. Misschien voor de volgende dag want deze avond verschijnt er in ieder geval geen gegrilde kikker op tafel... Het word een hele gezellige avond waarin we wat lokale woordjes leren en ontdekken dat scheiden in Cambodja ook al redelijk normaal begint te worden.

Vlak voor de kerst zijn we in Siem reap en 'botsten' toevallig weer tegen de Franse familie op. Weer zijn we voor een paar dagen buren van Erich en Christien en hun twee pubers. Hij mag een fiets lenen zodat we samen het grote tempelcomplex doorkunnen. We kopen een ticket voor 3 dagen en we hebben een week de tijd om dit te verbruiken. Ankor Wat is de grootste tempel en daar is het enorm druk. Het is een indrukwekkend gebouw met vele basreliefen op de muren. We struinen er op ons gemak uren doorheen. Er zijn echter nog vele tempels op het bosrijke terrein dat 17 km beslaat. Ze zijn tussen de 7de en de 16de eeuw gebouw. De andere tempels zijn voor ons niet minder imposant dan Ankor Wat. Met name Ta Prohm dat deels overwoekerd is door bomen, vinden we erg mooi. Het is daar ook minder druk zodat je jezelf bijna in de 11de eeuw voelt rondlopen. Na twee dagen fietsen en slenteren besluiten we een dagje over te slaan en de laatste dag voor de kerst te bewaren. Op kerstavond hebben we een uitgebreid diner samen met de buren en draaien we kerstliedjes. Eerste kerstdag verwennen we onszelf door de fiets thuis te laten en ons door een tuctuc te laten rijden. In Siem reap zijn erg veel toeristen en daarom hangt er behoorlijk wat kerstversiering. Het percentage Christenen in Cambodja is heel erg klein. 's Avonds gaan we met z'n tweeën uit eten in een soort van lokaal fondou restaurant. We zitten op een balkon en kijken de drukke straat in. Er is geen verkeer toegestaan maar daar zou met al die voetgangers ook geen plek meer voor zijn. Het is vol met Aziatische en Westerse toeristen.

Na de kerst gaan we de stad weer uit om een rustig plekje in de natuur te vinden. Ondertussen hebben we ook bericht gekregen dat we half januari bezoek uit Nedelrand krijgen in Laos. We zitten lang over de kaart gebogen om onze route te bepalen. Uiteindelijk besluiten we om de korste route via Thailand te nemen. Onderweg komen we dan in Cambodja nog meer hele tempels tegen...en daar hebben we nog geen genoeg van. We vinden vlakbij het eerste park een goed plekje voor de nacht. In de avond komt de politie en blijkt dat we al in het park zijn. Er wordt druk over en weer getelefoneerd en in de eerste instantie wordt ons vertelt te vertrekken. Het is al erg laat en we balen er behoorlijk van. Hij trekt alles uit de kast om de mannen ervan te overtuigen dat we niks vernielen en alleen zullen slapen. De volgende dag zullen we uiteraard de entree voor het park betalen. Het is ons niet helemaal duidelijk of de mannen het opgeven vanwege de taalbarriere of dat ze het toch wel oke vinden dat we blijven. Heel abrupt vertrekken ze weer en wij blijven waar we zijn. De tempels hier worden veel minder bezocht, we zien nauwelijks andere toeristen. Met name de pyramide tempel is erg bijzonder. Er zijn een paar mannen druk bezig een solide trap te maken. Als ze ons zien gebaren ze dat we naar boven mogen als we dat willen. Hij is vooral geinteresseerd in de constructie, van de pyramide maar vooral ook van de vers gebouwde trap... Bovenop hebben we 360 graden prachtig uitzicht.

Zijn verjaardag vieren we samen op een afgelegen plek. Taartjes had zij van te voren al gekocht en we brengen de dag rustig door met muziek van de vogels. Volgens de kaart zijn we vlakbij de grens. Aan de kant van Cambodja is er nog een tempel die als 'de meest dramatisch gelegen' bekend staat. Daar zijn we nieuwsgierig naar dus we gaan een kijkje nemen. We mogen niet met Wobbel naar boven omdat het geen 4x4 aangedreven auto is. Ter plekke kunnen we een brommer huren. Omdat het al aan het einde van de middag is besluiten we pas de volgende dag te gaan. We raken aan de praat met een gids en spreken met hem af voor de volgende (nieuwjaars) dag. Bij een klein dorpje parkeren we Wobbel op een veldje. Het is oudjaarsavond en misschien is er wel ergens een feestje. In Cambodja wordt een andere kalender gebruikt en is het pas in April nieuwjaar. Dit plaatsje is niet toeristisch genoeg om er veel aandacht aan te besteden. We gaan erop uit om een leuk restaurantje te vinden. Er is een hotel waar enkele westerse toeristen zitten. Het ziet er gezellig uit en er komt een serveerster met een minuscul jurkje het menu brengen. De dame spreekt geen woord Engels dus we wijzen de gerechten op de kaart aan. Deze staan er in het Engels en in het Khmer op. We denken dat het gelukt is maar 10 minuten later komt toch de kok vragen wat we willen eten. Hij krijgt al snel een bordje groente en vlees voor zich. Minstens 3 kwartier later komt de gezamelijke patat en als deze al bijna verteerd is komt ook haar maaltijd. Op deze manier hebben we in ieder geval op oudjaarsavond heel lang getafelt. In ons knusse huisje wachten we de klok van 12 uur af en wensen elkaar onder een volle sterrenhemel gelukkig nieuwjaar. Aan de kust wordt er dagelijks vuurwerk afgestoken maar hier in het dorp is het stil.

Op de eerste dag van het nieuwe jaar gaan we met Sospreap de berg op. Het ticket is gratis maar we moeten wel een ticket halen en ons paspoort laten zien. Ieder achter op een brommertje de enorm steile helling op die Wobbel inderdaad nooit gehaald zou hebben. Het ticket wordt 2 keer gecontroleerd en dat vinden we voor een gratis ticket wel een beetje vreemd. Dan vertelt Sospheap waarom dit is. Preah Vihear is een koningklijk gebouw waar Cambodja en Thailand lang over hebben gevochten. Een behoorlijk bizar gegeven dat er door mensen met een gelijk geloof dat voor verlichting en vrijheid van materialisme staat, zo over een tempel geruzied wordt. Daardoor is de grens hier gesloten en iemand van de Thaise nationaliteit mag niet naar de tempel omdat er in het verleden spionnen zijn geweest. Overal om de tempel zijn politieagenten aanwezig en sommige toeristen gaan even met een groot geweer op de foto. Wij bestuderen het enorme gebouw en genieten van het wijdse uitzicht. Op een lager gelegen berg aan de Thaise kant staat een moderne tempel en daar is het ook vol met toeristen. Er staat een telescoop zodat ze vandaaruit naar de tempel kunnen kijken. Een agent laat ook ons even door de telescoop aan deze zijde naar de Thaise toeristen kijken...

Na een erg interessante rondleiding van ongeveer 3 uur dalen we met de zenuwen in onze buik weer achter op de brommer de steile helling af. Nu blijkt dat we hier de grens niet over kunnen moeten we 170 kilometer verderop. Tegen het donker aan vinden we een plekje net buiten een klein dorp. In de ochtend worden we wakker van agenten die aan onze deur staan. Geen van alle spreken ze Engels. De hoofdagent belt zijn dochter die wel Engels kan en via haar communiceren we met de agenten. Het is hier te gevaarlijk vanwege de landmijnen en we moeten weg. Dat waren we toch al van plan om naar het ontbijt te doen dus dat is geen probleem. Hij laat de agenten zien dat we met Wobbel over andere sporen zijn gereden en daar ook op zijn blijven staan waar deze stoppen. De agenten zelf lopen in een grote circel om Wobbel heen en lijken niet bang te zijn om op een mijn te stappen. We krijgen ondertussen wel door dat de regering hier erg bang is dat er een toerist op een mijn stapt. Ze willen geen enkel risico lopen ook als dit er eigenlijk niet is. Onder vele verontschuldingen wordt ons vertelt dat we echt direct moeten vertrekken dus dit doen we maar. In een dorp niet ver van de grens vinden we een grasveld aan een meertje waar we nog een paar dagen blijven. Daar ontmoeten we een Zwitsere journalist die leden van de oude Khmer rouge intervieuwd voor een boek. Een van de geintervieuwde was een oude vriend van Pol Pot die vertelde dat deze dictator een erg grappige man was. Een maf verhaal naar alles wat we hier gezien en gehoord hebben....

Voordat we naar Cambodja gingen dachten we hier misschien langere tijd te blijven. Na anderhalve maand van intensieve en interessante bezoeken zijn we er toch ook echt wel aan toe om hier te vertrekken. Met name omdat we hier niet vrij kunnen rondrijden vanwege de landmijnen en hierdoor weinig in de natuur kunnen zijn. Het land is behoorlijk overbevolkt en we zijn de drukte een beetje moe. Desalniettemin zijn we blij dat we het niet over hebben geslagen en zullen we onze tijd in dit land niet snel vergeten....

 

Foto’s

3 Reacties

  1. Petra:
    5 januari 2014
    Tja de een"viert" kerst met een een stel daklozen en de ander met een paar Franse pubers zie ik op foto 51?Wat maakt het uit...Jullie hebben vast van alles aan muziek gehoord die avond,of is het bij het vertrouwde Silver Bells en Happy Xmas gebleven?!
    Oftewel wie was de DJ!?
  2. Piet:
    10 januari 2014
    He Marjo&Paul, moest even aan jullie denken, zie dat jullie daar zijn waar ik mijn vorige reis ben gestopt :-)
    En, Ik ga weer terug naar Afrika !!! haha Ja deze man heeft weer een nieuw plan bedacht! Ik ga lopen van Kaapstad naar Cairo !! Nog 2 maanden en dan begint mijn reis !! nog veel succes en blijf gezond !!
  3. Henny Aalbers:
    16 januari 2014
    Helemaal geweldig,ik begin een beetje jaloers te worden.
    Maar dit kikkerlandje kan ik ook niet missen.
    Ik geniet erg van jullie prachtige Verhalen.
    Nog heel veel reisplezier.
    Groetjes,Henny