Pittoresk Nieuw Zeeland

2 november 2014 - Auckland, Nieuw-Zeeland

 

  


Met enthousiasme en nieuwsgierigheid begonnen we aan de lange reis naar Nieuw Zeeland.
Op het vliegveld in Bali begon de reis met wachten in lange rijen. Eerst moesten we door een scan voordat we onze bagage ingecheckt hadden en daarna nog tweemaal voordat we bij de gate op de grond zittend konden wachten op het vliegtuig. De dame van Virgin Australië gaf aan dat onze bagage in Australië niet doorgezonden kon worden omdat we een wachttijd van 10 uur hadden. We moesten dus door de douane heen en aangezien je in Australië maar twee pakjes sigaretten mag meenemen verwachtten we dat dit ingenomen zou worden. We troffen gelukkig een vriendelijke douanier die ons veel rookplezier wenste, nadat we de situatie uitgelegd hadden.
Na totaal 23 uur onderweg te zijn geweest, kwamen we midden in de nacht aan in Christchurch. We hadden het plan om een auto te huren en te kamperen. Ons tentje bleek echter niet meer open te gaan, toen de douanier de binnenkant wilde controleren. We hadden al gevoeld dat het toch veel te koud was om s’nachts in een tentje te liggen en lieten de tent achter op het vliegveld.
Onder een dik dekbed sliepen we de eerste nacht in een backpacker.

De volgende dag hadden we vlot een camper verhuur bedrijf gevonden, waar we een kleurrijk, erg eenvoudig uitgerust, campertje huurden. De stad zag er uit al een uit de kluiten gewassen dorp. Het hele zuidelijke eiland heeft maar 1 miljoen bewoners, terwijl het toch zo’n 1000 bij 350 km is.
Bij een supermarkt kochten we voorraden voor onderweg. Het was vreemd om weer in een westerse winkel te lopen waar we alles konden kopen wat onze magen begeert. Onze portemonnee schrikt wel een beetje van de prijzen, veel dagelijkse ‘benodigdheden’ zijn duurder dan in Nederland.
We gingen gelijk op weg naar Nelson, om op tijd te zijn voor het 60-jarige huwelijksfeest van haar tante en oom.
De snelwegen zijn erg leeg hier en zien er uit als een Nederlandse provinciale weg. We verbaasden ons ook enorm over de minimale hoeveelheid huizen dat we tegenkwamen. Onderweg zagen we veel meer schapen dan mensen. Het leek alsof we in een ansichtkaart reden, ongeacht welke kant we op keken.
Uit gewoonte viel ons oog op veel mooie kampeerplekken onderweg. Wild kamperen kan echter een boete van 120 euro opleveren en dat risico wilden we niet nemen.
In sommige stadjes zijn er parkeerplaatsen met een toilet waar je mag overnachten. Het staat daar vol met grote en kleine campers en het is een goede plek om mensen te ontmoeten en informatie te krijgen. Op de parkeerplaats staat het dan vol met klapstoeltjes en mensen met dikke truien. Het geeft nogal een zwervers gevoel...
Van het verhuurbedrijf hadden we een lijst met natuurcampings meegekregen. Deze campings zijn meestal in natuurparken en zijn veel goedkoper dan gewone campings. Er is een toilet maar verder zijn er geen faciliteiten. Er staat een bakje met enveloppen en daar moet je het camping geld in doen, er is verder geen toezicht. Elke dag komt er wel iemand langs om te controleren en het toilet schoon te maken en van toiletpapier te voorzien.
Over een gravel weg kwamen we op een kleine camping in een bosrijke omgeving met uitzicht op besneeuwde bergtoppen. In één woord schitterend!
De afgelopen jaren waren we steeds vrij dicht bij de evenaar en was het meestal rond 6 uur donker.
Nu werd het pas om 8 uur donker zodat we een lekkere lange dag hadden. Helaas hadden we wel hele dikke kleding nodig want het was maar rond de 16 graden. Zodra de zon onder was werd het nog frisser en kropen we al vroeg onder een dubbele laag dekbedden. Maar niet voordat we klappertandend genoten van een adembenemende sterrenhemel. Sinds de Sahara hadden we niet meer zoveel sterren gezien en ook de Melkweg is duidelijk zichtbaar. Een prettige bijkomstigheid van een hele lage populatie mensen en verlichting.

In Nelson gingen we naar een familiecamping waar we een heerlijke warme douche konden nemen en elektriciteit voor ons kacheltje hadden. Tante Truus en Ome Koos wisten niet dat we kwamen en het moest een verassing blijven. We hadden contact gehad met Joanna, haar nicht die zij lang geleden in Nederland had leren kennen. Joanna woont op het Noord eiland maar was nu in Nelson voor het feest. Voor haar was het een fijn weerzien, voor hem een leuke ontmoeting.
Een dag later kwam ook nicht Marianne met twee dochters uit Nederland. gezamenlijk gingen we naar het huis van Tante Truus en Ome Koos waar het hele gezin voor een informeel etentje bij elkaar kwam.
Dit oudere paar woont in een erg mooi huis op een groene heuvel. Een fantastisch plekje om te wonen..
Tante Truus en Ome Koos hadden totaal niet verwacht dat er familie uit Nederland zou komen en waren erg blij met de verassing.
Meer dan 60 jaar gelden is eerst Ome Koos hier met de boot naar toe gegaan en Tante Truus is er later achteraan gereisd. Ze hebben hard moeten werken om een bestaan op te bouwen met hun appelboomgaard. Beiden hebben nooit spijt gehad van hun keuze, in Nieuw Zeeland hebben ze hun paradijs gevonden. Nu genieten ze in het gezelschap van hun zes kinderen van hun welverdiend pensioen. De kinderen wonen verspreid over de beiden eilanden van Nieuw Zeeland. We worden door allemaal warm verwelkomd en het is erg leuk om ze te ontmoeten.
Een paar dagen later was de receptie bij een wijnboerderij. Een huwelijksfeest van 60 jaar is natuurlijk ook wel een feest waard. Er komt zelfs post van de Nederlandse Ambassade, de Engelse koningin en de president van Nieuw Zeeland. Na een heerlijke maaltijd worden er veel hartverwarmende speeches gehouden en zingen de kleinkinderen een lied. Dat lied is speciaal omdat Oma en Opa uit Nederland komen, het is hier niet gebruikelijk om stukjes of liedjes voor te dragen.
We ontmoeten ook een aantal achterneven die hiernaartoe zijn geïmmigreerd en een ander Nederlands stel dat sinds kort hier een leven op probeert te bouwen. In een gesprek blijkt dat de man, Walter, een neef is van haar oude buren. Soms is de wereld zo enorm klein!
Een aantal dagen staan in het kader van familie en feest. We krijgen een uitnodiging voor een barbecue, een verjaardagslunch van tweeling neven Andrew en Mike en worden rondgeleid door de omgeving. Joanna laat ons zien waar het oude huis staat. Het is een klein houten huis met een enorme lap grond eromheen, waar ooit de appelboomgaard heeft gestaan.
De meeste huizen op het platteland zijn hier van hout en doen een beetje denken aan ‘het kleine huis op de prairy’. Ook de kerkjes zijn erg klein vergeleken bij de Europese kerken.
 

Na veel gezelligheid en met de belofte om terug te komen, reizen we af om het zuider eiland te bekijken. De westkust is ruig en mooi. Helaas staat er ook een koude wind en regent het veel. We rijden behoorlijk wat kilometers en stoppen regelmatig voor een kleine wandeling. Er zijn erg veel wandelpaden in natuurgebieden waarbij je de keuze hebt uit diverse lengtes, van een half uur tot een paar dagen. Vanwege het weer, de tijdspanne en onze luie natuur, kiezen we meestal voor de korte tochtjes.
Minstens de helft van alle auto’s die we tegenkomen op de weg zijn huurcampers met toeristen.
Als we laat in de middag aankomen bij een minuscuul toeristen dorpje is het stralend weer. Er zijn twee gletsjers te bezichtigen vanuit de grond maar er is ook de mogelijkheid om er met een helikopter overheen te gaan. We gaan informatie inwinnen en besluiten om de volgende dag een helikopter tour te doen. De rest van de middag genieten we van de lentezon op ons hoofd. Het is fijn om weer eens in een fris zonnetje te zitten nadat we jaren lang de schaduw hebben opgezocht.
Op de camping komen we veel andere toeristen tegen en hebben een gezellige avond met een kampvuurtje waar we ons aan kunnen warmen. De volgende dag worden we wakker van het gekletter van regen. De lucht is grijs en dat blijft de hele dag zo. Geen goede dag om een helikopter vlucht te doen. We hopen de volgende dag meer succes te hebben, maar helaas is het ook dan zwaar bewolkt. We lopen naar de gletsjer die zonder meer indrukwekkend is.
De weersvoorspellingen blijven slecht en we rijden verder naar het zuiden door een prachtige omgeving. Omdat we geen toilet in onze camper hebben, mogen we op veel plekken niet kamperen. We hebben er een beetje spijt van dat we geen camper met een toilet hebben gehuurd, omdat we zoveel schitterende plekjes zien. En ook omdat het heel vervelend is om s’nachts in de vrieskou naar buiten te moeten om te plassen. De regels met betrekking tot wild kamperen schijnen nog niet zo lang gelden te zijn aangescherpt vanwege het toiletpapier (en toebehoren) dat toeristen achterlieten. Jammer maar ook wel te begrijpen.
Na zo lang in derde wereld landen te hebben gereisd moeten wij wel wennen aan de overdosis regels en waarschuwingsborden in dit land. Zo zien we een weg van 1 kilometer waar wel 15 borden met ‘niet parkeren’ staat. Je kan hier blijkbaar niet duidelijk genoeg zijn. Op de wandelingen die we maken staan overal borden met ‘pas op, gevaarlijk’ erop. Op deze goed aangelegde en onderhouden paden komt dit op ons een beetje komisch over. Een maand geleden moesten we echt overal waar we liepen opletten om niet te vallen of te struikelen maar daar stond geen enkel bord.

In het beroemde Qeenstown is van alles te beleven. Het stadje ligt aan een groot meer waar allerlei watersport activiteiten zijn en je kunt er bungee jumpen, roddelen, ziplinen etc etc.
Zij ging met een jet boot de rivier over. Op de video zag het eruit als een achtbaan over het water. Voor hem iets te veel adrenaline stroming dus zij ging alleen. Het was iets minder spannend dan ze gehoopt had maar zonder meer een mooie tocht tussen de bergen door. We bezochten het vogelpark wat helaas nog de enige plek is waar je de Kiwi kunt zien. Nadat de mensen de possums en ratten hebben geïmporteerd zijn er niet veel Kiwi meer over. In het park proberen ze de populatie weer te vermeerderen. De loopvogels worden weer in de natuur uitgezet en het jagen op Possums wordt gestimuleerd. Kiwi’s slapen overdag en eten s’nachts. Het hok in het park is hierop aangepast en we moeten goed kijken in de schemer om ze te kunnen zien. Er is ook een Taratura, een reptiel die nog uit de prehistorie stamt en alleen op Nieuw Zeeland voorkomt.
We nemen de gondel naar een bergtop met uitzicht over Qeenstown en het meer. Op de berghelling kun je ook nog crossen met de fiets en roddelen.

Na queenstown besluiten we weer noordelijk te rijden omdat de tijd voorbij vliegt. Via een andere route rijden we terug. We maken een stop bij mount Cook waar ook een gletsjer is en een meer wat met recht het blauwe meer wordt genoemd. Het lijkt wel of iemand er verf ingegooid heeft in plaats van water, zo blauw. Dit keer kunnen we geen helikoptervlucht maken omdat er teveel wind staat. Diezelfde ijskoude wind drijft ons ook weer verder.
Het valt ons op dat er ontzettend veel huizen te koop staan op het platteland (dus zowat op het hele eiland). We vragen ons af of het eiland nog meer aan het leeglopen is. Als we s’avonds bij een kampvuurtje gezellig met een Nieuw-Zeelander zitten te kletsen horen we dat de mensen hier gewoon van verhuizen houden. Gemiddeld wonen ze maar vijf jaar in hetzelfde huis en zoeken dan weer wat anders. Wat dat betreft zouden we er hier goed tussen passen...
Een blik op de prijzen in een etalage ruit van een makelaar geeft een overduidelijke reden om hier niet te gaan wonen.

Op weg naar Nelson zien we een ouder echtpaar met pech onderweg langs de kant van de weg staan. Het probleem is slechts een lekke band en hij staat klaar om te helpen. De sleutel die bij de auto zit blijkt echter niet te passen op de moeren van het wiel. De wegenwacht wordt gebeld en we houden het paar even gezelschap. Deze zijn zo dankbaar dat we een uitnodiging krijgen om een paar dagen te komen logeren in hun huis op het noord eiland. En dat terwijl we eigenlijk niets gedaan hebben.
Onze indruk van de mensen in Nieuw Zeeland is sowieso positief. Er wordt snel een praatje gemaakt en in de winkels wordt er altijd gevraagd hoe het met ons gaat.
We brachten nog een paar fijne dagen door met tante Truus en ome Koos. Ze hebben een pool tafel en de hebben daar duidelijk veel gebruik van gemaakt. We worden helemaal ingemaakt door dit hoogbejaarde stel! Het was fantastisch om ze op te zoeken en we voelden ons helemaal thuis.
Ook gingen we op bezoek bij het gezin van nicht Jenny en neef Leo, die in de buurt wonen. We verwend werden met allerlei lekkernijen en kletsen heel wat af.

Toen was het tijd om naar het noord eiland te gaan waar we nog een week wilden doorbrengen.
Met een veerboot waren we vier uur onderweg en kwamen midden in de nacht aan.
De volgende dag gingen we op bezoek bij de mensen van de lekke band. Ze woonden in een enorm huis en de schuur stond vol met klassieke auto’s die de man vol trots liet zien. We bleven niet logeren maar vertrokken na een uitgebreide lunch richting Hawkse Bay waar de tweeling Andrew en Mike wonen. Ook hier waren we weer onder de indruk van het huis. We sliepen bij Andrew en Dorethe die op een heuvel met prachtig uitzicht wonen. Andrew nam ons mee op een mooie maar pittige wandeling in de groene heuvels. De volgende dag was Dorethe vrij en die ontpopte zich als een heuse reisgids. We gingen naar een art deco stadje en bekeken veel interessante gebouwen. Daarna volgde een wandeling door een moerasgebied, een bezoek aan het aquarium en als laatste gingen we naar een gemeenschapshuis van de Maori stam. Dit was erg leuk want tot nu toe waren we nog maar weinig tegengekomen over de cultuur van de oorspronkelijke bevolking. Ze leven nu in gewone huizen maar er worden nog veel tradities in stand gehouden.
In de avond kwam ook de andere helft van de tweeling met partner en het Nederlandse stel dat we op het feest hadden ontmoet. Dorethe maakte een traditioneel Nieuw Zeelandse maaltijd met grote stukken lam, zoete aardappelen en diverse groente. Het toetje is gemaakt van eiwit en hebben we nog nooit ergens anders gegeten. Erg zoet, erg machtig en erg lekker.

Onze volgende stop was ‘Lake Taupo’. Zij wilde daar gaan parachute springen. Vanwege de eerdere ervaringen met de helikopter verwachtte ze een beetje dat het niet zou lukken met het weer. De dag van de boeking was het echter stralend weer en met een positieve spanning ging ze het vliegtuigje in. Hij bleef met beiden benen op de grond om foto’s en filmpjes te maken.
De instructeur waarmee ze sprong was een leuke Australiër die haar met succes op haar gemak stelde.
Een paar seconden voor ze het vliegtuig uitsprong ging haar hart ontzettend tekeer en toen hing ze als een vogel in de lucht. De vrije val gaat erg hard maar door de luchtdruk voelt het alsof je in de lucht hangt. Pas op het moment dat de parachute opengaat, wordt door het verschil in snelheid duidelijk hoe hard je gaat. De Australiër liet haar de parachute besturen, wat best zwaar was. Haar adrenaline had weer een stevige impuls gehad en het was voor haar zeker voor herhaling vatbaar.
Op een hele mooie camping maakten we weer een gezellig kampvuur met andere toeristen en een aantal mensen uit het stadje die muziek boxen meegenomen hadden.

Aan de oostkust gingen we nog naar de Kathedraal grot en het hete strand. Er is op dit strand een breuklijn tussen 2 continentale platen die maakt dat het water 60 graden warm is als je een gat in het zand maakt. Het is een vreemd verschijnsel, stoom komt uit de gaten en een paar meter verderop is het water in de oceaan ontzettend koud. Je kunt er een schepje huren en je eigen bad maken waar je zo rood als een kreeft weer uit komt.
De noordelijke provincie Coromandel is ontzettend mooi en de laatste dagen van ons verblijf begon het weer ook beter te worden. Het schijnt een extreem koude lente te zijn in Nieuw Zeeland wat voor onze verwende lijven een beetje jammer was. De schoonheid van het land maakte echter veel goed.

We leverden ons campertje in Auckland in en sliepen in een backpacker. De dorpen en stadjes die we tot nu toe hadden gezien waren klein en knus met heel veel lege ruimte ertussen. Auckland daarentegen is een echte grote drukke stad met veel hoogbouw. Joanna woont in Auckland en we gingen met haar naar een leuk restaurantje. Na een heel gezellige avond was het weer tijd voor afscheid en vertrokken we vroeg in de ochtend naar het vliegveld voor onze vlucht naar Bali.
Aangezien er aan ons reisgeld een einde komt was een maand wel genoeg. Om alles rustig te bekijken was het eigenlijk veel te kort. Met weer hele mooie herinneringen erbij vliegen we terug naar Indonesië waar we nog een maand zullen rondreizen...

 

 

 

 

Voor levende beelden van onze reis door Nieuw Zeeland, kijk onder video!

Foto’s

2 Reacties

  1. Ronald en Marian:
    2 november 2014
    Lekker hoor, begin van de lente! Nu niet meer uit goed functionerende vliegtuigen springen Marja!
  2. Walter en Jeanny van der Zandt-Peeters:
    23 november 2014
    Paul en Germa, bedankt dat we jullie verhaal over Nieuw Zeeland hebben mogen lezen.
    Lieve groetjes van het stel uit "Nederland".