Spanning en ontspanning in Noord Laos

30 mei 2014 - Pai, Thailand

In de buurt van Phonsavan gingen we naar een archeologische plaats met grote stenen potten van duizenden jaren oud. Honderden potten liggen her en der verspreidt. Ze zien er allemaal hetzelfde uit en jammer genoeg is er geen enkele informatie. Niemand weet wie de potten gemaakt heeft en waarvoor ze dienden.

We zijn er snel uitgekeken en zetten koers naar Luang Prabang waar we onze Oostenrijkse vrienden verrassen. Na een uitbundige begroeting komen er ineens 7 Chinese pick-ups aanrijden. Het is een club die in twee weken door drie landen heen reist. Enthousiast worden Wobbel en Amigo bekeken waarna tafels en stoelen uitgeklapt worden. We moeten het Chinese voedsel proeven en uiteraard ontbreekt de rijstwijn niet. Na ongeveer anderhalf uur pakken ze het boeltje weer op en verdwijnen even snel als ze gekomen waren. De vriendelijke reizigers laten flessen rijstwijn en een slof Chinese sigaretten voor ons achter.

Het is warm in de stad zodat we snel besluiten om naar de waterval te gaan voor een frisse duik. De watervallen van Luang Prabang zijn met recht beroemd want het is werkelijk een prachtige plek met helderblauw water. In het water zitten vissen die je gratis en voor niets een eeltbehandeling geven. Daarvoor moet je wel het gekietel van de happende vissen kunnen verdragen..

Voordat we met z'n vieren verder naar het noorden zouden gaan wilden we nog een avondje in de stad blijven voor een gezellig etentje. Aan het eind van de middag kwam echter de toeristen politie die zei dat we naar een hotel moesten gaan. Dit geheel voor onze eigen veiligheid. We gaven aan dat we al eerder een week op deze plek hadden gestaan en dat we ons volkomen veilig voelde, zeker met een grote hond als Apollo erbij. Daarop veranderde de toon van oom agent een beetje, als we niet weggingen zou dit gevolgen voor ons hebben in de vorm van een bekeuring of intrekking van ons visum. Teleurgesteld vertrokken we om nog net voor het donker een plekje buiten de stad te vinden. Op ons gemak reden we verder richting noorden met regelmatig een stop in een mooie vallei aan een kabbelend riviertje waar we de was konden doen en zelf af konden koelen. We hadden ongeveer 90 kilometer heel slecht wegdek. Dat lijkt niet veel maar in de bergen doe je daar al gauw anderhalve dag over. We overnachten op een modderige parkeerplaats waar een Engelse fietser zich 's avonds bij ons voegt en een tent naast onze campers opzette. Van Sam kregen we weer informatie over de weg die voor ons ligt zodat we wisten dat we het ergste hadden gehad. Dit deed ons besluiten om wat langer dan gepland met Verena en Wolfi mee te rijden. Na nog een halve dag hotsen over de weg kwamen we uit in een stadje dat voor een groot deel door Chinezen lijkt bewoont. Dit is duidelijk zichtbaar aan de gebouwen en de brede wegen met zelfs voetpaden ernaast. De mannen gingen op zoek naar de markt terwijl de dames lekker gingen ontspannen in een Laotiaanse Zwitserse sauna. Het ziet eruit als een stal met gammele houten wanden en bankjes. De massage was doeltreffend en de vijf euro zeker waard. De sauna bestond uit twee kleine hokjes waar ongeveer zes mensen in kunnen. Een voor mannen en één voor vrouwen. Buiten werd er een houtvuur gestookt en door middel van een grote pijp komt de stoom in de hokjes terecht. Tussen de stoomsessies door konden we thee nemen uit de enorme potten die klaarstonden voor de bezoekers. Er waren buiten ons nog een paar toeristen maar het overgrote deel van de bezoekers waren lokale mannen. Weer helemaal fris en fruitig keerden we een paar uur later terug naar de mannen.

We gingen naar een restaurantje waar we het lekkerste varkensvlees sinds tijden aten. Aan het tafeltje naast ons zaten weer een paar heel vrijgevige chinezen die ons steeds van sigaretten en rijstwijn wilden voorzien.

Met een volle koelkast en groentebak gingen we hoger de bergen in. Hoe hoger we kwamen hoe meer vrouwen in traditionele kleding we zagen. Er zijn ontzettend veel verschillende stammen in de bergen en de subtiele verschillen in klederdracht maakt het moeilijk om ze uit elkaar te houden. We stoppen in een klein dorpje om wat groente te kopen en kijken onze ogen uit. Er zit ook een jonge van een jaar of twaalf met een grote zak insecten van op z'n minst tien kilo. De jongen trekt de vleugels of de poten van de insecten af en gooit ze in grote bak. Hier in Laos wordt werkelijk alles gegeten.

De weg werd steeds smaller naar mate we hoger kwamen, ongeveer anderhalve auto breed. Omdat de wegen erg scherpe bochten hebben reden we langzaam omhoog. In de stad van bestemming, Ponsali, aangekomen misten we onze Oostenrijkse vrienden. Aan het begin van het stadje wachtten we een poosje maar Amigo verscheen niet in onze spiegel. Een beetje ongerust keerde we om. 11 kilometer terug stonden ze aan de kant van de weg met een handjevol agenten en toeschouwers eromheen. Aan de andere kant van de weg stond een pick-up met de voorkant helemaal in elkaar gedeukt. Er was een botsing geweest waarbij gelukkig niemand gewond was geraakt maar de schrik zat er flink in. De jonge chauffeur van de pick-up was met een flinke vaart de berg afgereden. Te laat werd de grote truck opgemerkt en de jongen ging vol in zijn remmen waardoor sturen niet meer mogelijk was. De pick-up kwam vol in de achterband van Amigo terecht en stuiterde terug de berm in. Door de snelheid zat er zoveel kracht achter de klap dat er 11 bouten van de as waren afgebroken. Tevens was één van de gloednieuwe, net uit Europa geleverde, banden voorzien van een enorme scheur. De as van de sterke vrachtwagen was volledig ontzet en kon niet meer rijden. De politie liep met meetlinten en spuitverf rond om vast te leggen wat er precies gebeurd was. Dit duurde een paar uur en daarna werd ons verteld dat we naar het politiebureau in de stad moesten voor de regelingen. Verena en Wolfi wilden hun vrachtwagen eigenlijk niet achterlaten maar de agent verzekerde hen dat er iemand achter zou blijven om er op te letten. We reden met Wobbel naar de stad en zochten het politiebureau, wat nog een hele opgaaf was omdat er nauwelijks iemand Engels sprak. Eindelijk daar aangekomen troffen we een aantal agenten aan die aan het volleyballen waren. We dachten één van de agenten die bij het ongeluk was hier te vinden, geen van de aanwezigen wist ervan. Nogal dringend werd ons verzocht de volgende ochtend terug te komen want dit zou wel de juiste plek zijn om de zaken te regelen. Nogal ontdaan reden we terug naar de plek des onheils om Amigo helemaal verlaten aan te treffen. Wij zochten in de buurt een plek in de berm om te overnachten terwijl onze vrienden een onrustige nacht op de weg doorbrachten.

Vroeg in de ochtend gingen de mannen aan het werk om zo snel mogelijk te zorgen dat de vrachtwagen weer kon rijden. Daarvoor moest de achterkant omhoog worden gebracht. De Laotiaanse pick-up werd door een kraanwagen opgehaald en de chauffeur was zo vriendelijk om Amigo van achter op te liften. Dit scheelde behoorlijk wat werktijd zodat we vroeg in de middag richting stad konden. Inmiddels had de agent die bij het ongeluk was ons gevonden en er werd een afspraak gemaakt. Wij gingen mee voor wat morele steun. De ontmoeting met de andere partij was niet op het hoofdbureau maar op een dependance. Daar aangekomen ontdekten we dat deze dependance niet meer was dan een schamel houten hutje. Er zaten vijf agenten, de chauffeur en twee inzittende, de ouders van de chauffeur en een tolk. Het was de bedoeling dat het opgelost werd alsof we allemaal familie van elkaar waren deelde de tolk ons mede. Eerst mocht ieder z'n verhaal doen. Nadat Verena en Wolfi hun kant hadden verteld kwam er een lijstje met diverse optie voor betaling. A) Ieder had 50% schuld en de schade werd dusdanig verdeeld. B) De verdeling van schuld en dus financiën was 2/3, 1/3. C) Er zou betaald worden voor onderzoekkosten in het ziekenhuis. D) Er wordt een rechtszaak van gemaakt.

Op de anderhalf brede baan waren de wielen van Amigo op de verkeerde helft van de weg geweest maar als de jonge Laotiaan niet zo hard naar beneden was gekomen had dit absoluut geen probleem hoeven te zijn. Onze vrienden gaven aan dat ze voor optie A kozen. De vader van de jonge chauffeur was het hier absoluut niet mee en vond dat de verdeling volgens optie B moest zijn. Eigenlijk hadden Verena en Wolfi gewoon geen keus als ze niet naar de rechtbank wilde. De politie gaf aan dat er in Laos geen maximale snelheid bestaat buiten de dorpen, de jonge chauffeur,die nog maar net z'n rijbewijs had, was dus niet in overtreding. Er bestaat wel een wet met betrekking tot op de verkeerde weghelft rijden. Er werd de indruk gewekt dat het geheel in overleg afgerond zou worden maar het was duidelijk dat we niet echt inspraak hadden. De zitting werd naar de volgende ochtend verdaagd zodat iedereen nog even na kon denken over oplossingen en de financiële schade in kaart gebracht kon worden. In de tussentijd probeerden we via internet en bekenden in Laos zicht te krijgen op de wettelijke regelingen. Het zag er niet hoopgevend uit en de

wetenschap dat de kans om als buitenlander in een rechtszaak te winnen erg minimaal is liet weinig anders over dan in te stemmen met een betaling van 2/3 van de schade. De dag ervoor was er gezegd dat dit de totale schade bevatte. Opnieuw zat het hutje vol en na wat heen en weer gepraat ging een aantal agenten driftig aan het rekenen. De totale schade aan de pick-up was 6000 dollar en aan de vrachtwagen 3000 dollar. Volgens de uitkomst van de agenten betekenden dit dat Verena en Wolfi 6000 dollar aan de Laotianen moesten betalen. Hun eigen schade werd alleen meegerekend voor de hoogte van het bedrag maar verdween ineens bij het bepalen van de uitkomst. Waarvoor het 1/3 deel stond was onduidelijk want er werd helder gezegd dat de jonge chauffeur niets hoefde te betalen. Dit accepteerde Verena en Wolfi uiteraard niet en er werd een paar uur besteed en allerlei verschillende berekeningen waarvoor er telefoontjes naar het hoofdbureau gepleegd moesten worden en verdeling uitgebeeld werd met behulp van drie waterflessen. Als er niet zoveel spanning had gehangen was het komisch geweest. De vader van de jonge chauffeur begon ongeduldig te worden en begon met een rechtszaak te dreigen. Aan het eind van de middag werd eindelijk overeengekomen dat Verena en Wolfi 3000 dollar aan de familie zou betalen. Een zure appel maar gelukkig was er alleen financiële schade. De volgende dag werd er een contract opgesteld en hield de politie nog een speech over hoe vervelend ze het allemaal vonden omdat het ons tijd had gekost en dat we ons vooral welkom moesten voelen in Ponsali.

Buiten dit hele verhaal is Ponsali niet het knusse stadje dat we verwacht hadden en wilden we alle vier graag vertrekken. Het feit dat we elke morgen rond vijf uur gewekt werden door het nationale lied gevolgd door het nieuws dat heel hard door boxen omgeroepen werd, speelde hierbij ook geen onbelangrijke rol. We bezochten het plaatselijke mini museum waar allerlei informatie was over de diverse stammen die in de bergen wonen.

Daarna reden we voorzichtig de berg weer af en gingen op zoek naar een garage omdat de as van de vrachtwagen nog steeds ontzet was. Met behulp van een aantal Chinese monteurs waren de mannen weer uren aan het sleutelen en leek het boeltje weer recht te staan. We zochten een rustig plekje aan de rivier op om even bij te komen van dit avontuur.

Overdag koelden we af in de stromende rivier en 's avonds kletsen we bij een kampvuurtje. Elke dag kwam er een groepje jongetjes vissen in de rivier voorzien van een duikbril en een speer. Met een klein zakje met vissen en kikkers vertrokken ze weer. Verder kregen we bezoek van lokale dames die lychees wilde verkopen. Helaas waren het wilde vruchten die voor onze smaak veel te zuur waren.

Na een paar dagen was het voor ons tijd om te vertrekken want we wilde nog naar een nationaal park voordat we de grens naar Thailand over zouden gaan. Verena en Wolfi gingen richting Vietnam. Gezien de verschillen in planning was het dit keer een echt afscheid, de volgende keer dat we elkaar zullen zien zal het wellicht in Europa zijn. Nadat we dit Oostenrijks stel twee jaar lang regelmatig als buren hebben gehad en veel leuke momenten maar ook moeilijke momenten hebben gedeeld, voelt het onwerkelijk om afscheid te nemen. We zijn blij dat ons pad hun pad heeft gekruist en zijn ervan overtuigd dat dit ooit weer zal gebeuren...

 

Over een gloednieuwe weg rijden we naar het Noord Westen van Laos en bereiken sneller dan verwacht het nationaal park. Ondanks dat we in de bergen zijn is het erg warm, het loopt tegen de veertig graden. Samen met de lokale bevolking plonsen we in de ondiepe rivier om de broodnodige afkoeling te vinden. Bij een klein reisbureau boeken we een wandeltocht van twee dagen door de jungle. Het is een ecologische toer, schreeuwen de reclame borden ons toe...

Onze gids, Chang is een enthousiaste jonge man. Als we met een tuktuk richting park gaan wordt ons gevraagd of we vegetariër zijn. We antwoorden ontkennend. Vervolgens komt er een katapult uit de tas. Om vogels te schieten voor op de barbecue die avond. Onze monden vallen open. Even later begint Chang over het vangen van bosratten...

Zij geeft aan dat ze naar een Nationaal park gaat om dieren te zien, niet om ze te eten. Voor die dag is ze ineens toch vegetariër. We stoppen bij een dorpje om nog een lokale gids op te halen. Het is een vrouw die voor ons zal koken. Het eerste gedeelte van de wandeling lopen we door landbouw grond, er staan nauwelijks bomen. Chang deelt ons onbewogen mee dat het park over tien jaar waarschijnlijk verdwenen zal zijn omdat er nog steeds veel gekapt wordt. We hadden voor dit park gekozen omdat hier volgens de reisgids nog de meeste dieren zouden zitten en omdat er ecologisch met de natuur zou worden omgegaan. De informatie lijkt al volledig achterhaald te zijn.

We zien een olifant tor. Het diertje ziet er indrukwekkend uit en ook Chang ziet dit exemplaar voor het eerst. De vrouwelijke gids loopt achterop en wanneer we voorbij zijn trekt ze de poten van het dier en stopt het in haar tas...

Na een paar uur kwamen we in een jungle maar veel leven leek er niet te zijn. Behalve hele grote mooie vlinders zien we geen dieren. Regelmatig horen we geweerschoten van jagers in het bos.

Voor de lunch stoppen we bij de rivier zodat we ook even kunnen zwemmen. Chang plukt bladeren van varens die volgens hem erg lekker zijn. Op een groot bananen blad worden een aantal gerechten uitgestald die we met de hand eten. En inderdaad vers varen blad is best lekker..

Halverwege de middag komen we bij een houten hut waar we zullen overnachten. De rest van de dag zwemmen we en schuilen in de hut voor de zon en de miljoenen vliegen die er rondzwermen.

Chang maakt op een vuurtje ons avondeten warm. Gekookte varenbladeren vinden we toch wat minder lekker maar verder smaakt het eten dat uit verschillende bamboe soorten en allerlei bladeren met kleefrijst bestaat, prima.

Chang gaat tot onze verbazing hele grote visnetten uitzetten in de rivier. Op onze vraag of dit mag in het natuurpark haalt de jongen zijn schouders op. "Iedereen doet het".

De vrouw van Chang heeft zelf rijstwijn gemaakt en met een potje kaarten wordt bepaald wie wanneer moet drinken. Het is sterk spul en stijgt al snel naar het hoofd.

De volgende ochtend worden we vroeg gewekt door de jungle geluiden. Chang heeft noodel soep voor ons gemaakt. Nu vinden we dit erg lekker maar als ontbijt is het wat moeilijker weg te krijgen. Zij voelt zich erg beroerd van de rijstwijn, de hitte, het eten of een combinatie van de drie factoren. Het wordt een lange terug tocht waarbij we nog wat jagers en vissers tegen het lijf lopen.

Terug in het stadje huren we voor de nacht een kamer om even goed bij te slapen in een koele omgeving. Het is een prachtige ruime kamer met een bamboe interieur en rieten wanden. Het enige nadeel is dat de wanden elke geluid van de buren doorlaat. We zijn er ondertussen wel achter dat 'geluidsoverlast' een begrip is wat in Azië niet bestaat. Als er mensen in de buurt zijn is er op elk tijdstip van de dag en nacht herrie. Blijkbaar hebben de mensen hier daar geen enkel probleem mee.

Uitgerust rijden we in westelijke richting. We waren van plan om nog een paar dingen op onze weg te bezichtigen. Het is echter zo ontzettend heet dat we er weinig voor voelen om lange wandelingen te maken. De weg blijft prima en voordat we het in de gaten hebben zijn we in de grensplaats.

Daar neuzen we nog wat rond en slaan goedkope Laotiaanse sigaretten in.

Na alles bij elkaar drie maanden Laos gaan we nu voor de laatste keer het land uit. We hebben genoten van de mooie groene bergen en de vriendelijkheid van de inwoners.

 

Nu zijn we in Thailand waar we, behalve dat we veel militairen zien en er een avondklok is, weinig merken van de staatsgreep. Maar daarover meer in het volgende verslag...

 

 

 

 

 

 

 

Foto’s

1 Reactie

  1. Gerard en Dini:
    31 mei 2014
    Mooi verhaal weer Marja en Paul. Geniet van Thailand, wij zijn daar 4 weken geweest. Waarvan 2 in de jungle, prachtig land met vriendelijke mensen. We kijken alweer uit naar jullie nieuwe verhaal. Groetjes uit een warm Mexico.
    P.S. wij gaan dinsdag weer even naar Nederland.